Huilen we wel genoeg?
Van de Chatam Sofer wordt gezegd dat hij zich voor Tisha b’Av opsloot in een kamer, Echa leerde, en daarbij zoveel huilde dat hij een glas met zijn tranen vulde. Bij de seuda hamafseket, de laatste maaltijd voor de vasten, dronk hij zijn tranen, zoals beschreven in Tehillim 80:6: ‘U geeft hen tranen te drinken in grote hoeveelheden’.
Er zijn mensen die niet meer willen treuren om het verlies van de tempel. Want wie wil er nu nog geassocieerd worden met het brengen van dierenoffers? Was de churban, de verwoesting van de tempel, niet eigenlijk een zegen, die er voor zorgde dat we meer eigentijdse tradities konden invoeren? Moeten we Tisha b’Av niet helemaal afschaffen?
Het is een groot goed dat we er altijd het beste van maken. En het gaat nog beter met ons als we ook de tijd nemen om te rouwen. Want verlies is niet niks, en in de loop van ons leven ervaren we regelmatig verlies. Hoe goed we daar ook mee omgaan, als we niet rouwen wreekt zich dat vaak later. Daarom is Tisha b’Av een noodzaak in het Joodse jaar.
We hebben zuurstof nodig om te leven. Maar we kunnen alleen maar inademen als we ook uitademen. De lijst van te herdenken ellende van ons volk is lang. Ook in ons persoonlijke leven lijden we verlies: verlies van gezondheid, verlies van dierbaren, verlies van werk, verlies van een huis, het definitief voorbij zijn van een levensfase, en uiteindelijk het verlies van ons leven. Soms overkomt verlies ons. Soms kiezen we ervoor een partner, een huis, een baan te verlaten. Maar ook dan is er een soms pijnlijk proces van afscheid nemen.
Rouwen is een noodzaak. Over alles wat we verloren hebben rouwen we op Tisha b’Av. Ook als er iets goeds voor in de plaats gekomen is.
Tisha b’Av is ook het begin van de jaarlijkse teshuva cyclus. In parashat Devarim, die we altijd lezen in de week van Tisha b’Av, komt de stam peh – nun – heh, wenden, van richting veranderen, zeven maal voor. Zeven weken voor Rosh HaShana maken we de draai naar teshuvah, terugkeer. We tellen de Omer terug, van malchut shebemalchut naar chesed shebechesed, 49 dagen, om ons voor te bereiden op Rosh haShanah We wenden ons af van de vervreemding van onszelf, van anderen en van haShem, van het ons groot houden, en we wenden ons toe naar het erkennen van ons verdriet. Verdriet over wat ondanks onze goede bedoelingen toch niet lukte. Verdriet over bedoelingen die misschien niet altijd helemaal goed waren. Verdriet over de ontkenning van wie we zijn. Verdriet over het vergeten van de missie van onze ziel in dit leven. We keren ons af van onze defensies. We keren ons toe naar ons opnieuw verbinden. Verbinding in de eerste plaats met onze eigen ziel. Verbinding met bewustzijn van wat we hier verondersteld worden te doen. Verbinding met verantwoordelijkheid nemen, voor onze eigen daden en voor de wereld. Tisha b’Av is onze eerste stap op weg naar Yom Kippur, wanneer we volledige verzoening kunnen ervaren.